Beginselverklaring

BEGINSELVERKLARING

Hieronder vindt u de beginselverklaring, zijnde de grondslagen, identiteit, waarden en normen waar het Vlaams Belang voor staat.

Grondslagen

De partij is de partijpolitieke tolk van de Vlaamse Beweging, zoals die historisch is gegroeid, en ze verdedigt op het politieke forum de eisen van die Vlaamse Beweging, zoals ondermeer het zelfbestuur, de afschaffing van de faciliteiten, de terugkeer van de ons ontstolen gebieden, het nooit-meer-oorlog en de amnestie-eis.

De partij is een Vlaams-nationalistische partij, een instrument voor een politiek van nationale en culturele identiteit in Vlaanderen. Dit betekent dat de partij met haar politieke actie ervoor wil zorgen dat culturele identiteit en volksgemeenschap (mede) bepalend worden voor de inrichting en het bestuur van de staat. De staat is slechts een structuur en is op grond van het zelfbeschikkingsrecht ondergeschikt aan de volksgemeenschap. De staat dient de belangen van het volk en niet omgekeerd.

De partij is tevens een rechts-nationalistische partij, omdat zij de vrije mens erkent zoals hij is en dus de ideologieën verwerpt die van de maakbaarheid van de mens uitgaan. Tradities, waarden en normen, zoals die zijn gegroeid, moeten gerespecteerd worden en mee deel uitmaken van de manier waarop de toekomst vorm wordt gegeven.

Identiteit

1. Vlaamse onafhankelijkheid

De partij strijdt voor een onafhankelijk Vlaanderen. Dit betekent dat het einddoel de ontbinding is van de Belgische staatsstructuur en de stichting van een onafhankelijke Vlaamse staat. Deze zal zijn soevereiniteit uitoefenen ten minste binnen de perken van de huidige Belgische taalgrens en zal, met een bijzonder taalstatuut, Brussel als hoofdstad hebben.

2. Nederlands en Nederland

De taal is een wezenskenmerk van de culturele identiteit en van het volk. De partij wil respect voor het Nederlands afdwingen. Zij doet dit waar nodig en waar mogelijk ook aan de taalgrens en in de internationale instellingen. De partij zal steeds de bijzondere politieke aandacht van Vlaanderen bevorderen voor een zo nauw mogelijke band met Nederland en Zuid-Vlaanderen.

3. Europa

De samenwerking van de Europese volkeren in een beschavings- en cultuurgemeenschap, vormt een historische kans voor vrede, stabiliteit en welvaart. De partij is evenwel erg terughoudend en kritisch ten opzichte van de Europese Unie met haar bureaucratie en haar bemoeizucht op domeinen waar de soevereiniteit van het volk zou moeten primeren. De partij is ook van mening dat het grondgebied van de Europese Unie de Europese grenzen niet mag overschrijden.

4. De multiculturele vergissing ongedaan maken

De zorg voor identiteit vereist een antwoord op immigratievraagstukken. De partij komt op voor het behoud van culturele eigenheid en voor de identiteit van het eigen volk en bijgevolg tegen de multiculturele denkbeelden.

In Vlaanderen moet aan vreemdelingen en inwijkelingen duidelijk gemaakt worden dat zij in de eerste plaats onze wetten moeten respecteren en vervolgens dat zij zich moeten aanpassen aan onze cultuur, onze normen en waarden, onze leefgewoonten en aan belangrijke traditionele principes van de beschaving, die zich op het Europees grondgebied heeft ontwikkeld, zoals ondermeer de scheiding van kerk en staat, de democratie, de vrije meningsuiting en de gelijkwaardigheid van man en vrouw.

Voor vreemdelingen en inwijkelingen die dit afwijzen, negeren of bestrijden, moet een terugkeerpolitiek worden ontwikkeld. Wetgeving inzake politiek asiel, nationaliteit, veiligheid en uitwijzing, moet aan deze principes worden aangepast. Illegale en criminele vreemdelingen moeten daadwerkelijk worden gerepatrieerd. Stemrecht is vanzelfsprekend voorbehouden aan staatsburgers.

Waarden en normen

1. Vrijheid

De mens is vrij en de partij zal zich inzetten voor het beschermen van de individuele mens tegen het misbruik van staatsgezag. De partij verdedigt de vrijheid van meningsuiting, als eerste en belangrijkste beginsel van een democratische inrichting van de maatschappij. Daarbij horen ook - onder anderen - het recht van vereniging, de vrijheid van onderwijs, het recht van vergadering, de gewetensvrijheid alsook het recht op leven. Ook eigendom en de vrijheid van ondernemen - grondslagen overigens van economische ontwikkeling, tewerkstelling en welvaart - zijn wezenlijke vrijheden van onze samenleving.

De partij zal in haar politieke actie ten minste de rechten en vrijheden, zoals gewaarborgd door het bij de wet van 13 mei 1955 bekrachtigd Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en de in België van kracht zijnde protocollen bij dit Verdrag, alsook het zelfbeschikkingsrecht der volkeren in acht nemen en door haar diverse geledingen en verkozen mandatarissen in acht doen nemen.

2. Recht en orde

De overheid moet de rechten van elke burger respecteren en moet hun rechtszekerheid waarborgen. De partij meent dat de beste waarborgen voor de vrije mens de rechtsstaat en de democratie zijn.

Ook het recht op veiligheid, de strijd tegen de misdaad, is essentieel voor de samenleving. De overheid moet dit recht op veiligheid aan alle burgers waarborgen. De individuele verantwoordelijkheid van de misdadiger kan als oorzaak van onveiligheid niet miskend of geminimaliseerd worden. Veiligheid op basis van een harde aanpak van de misdaad en waar nodig een zo krachtdadig mogelijk toegepaste nultolerantie, is voor de partij altijd een centraal kenmerk van gelijk welk bestuur. Justitie en het gevangeniswezen werken daaraan mee.

3. Subsidiariteit en een politiek in het algemeen belang

De samenleving moet worden ingericht met respect voor het subsidiariteitsbeginsel. Wat door een lager niveau efficiënter kan tot stand gebracht worden, mag niet aan een ver van de mens staande, naamloze autoriteit toevertrouwd worden.

De overheid en het politiek bestuur treden dus in principe sober en terughoudend op. Hieruit vloeit voort dat de partij bijvoorbeeld steeds zal opkomen voor de laagst mogelijke fiscale druk en tegen verkwisting. De partij is ook tegenstander van politiek geïnspireerde onderwijshervormingen.

Politiek (en ook de partij zelf) is overigens geen doel op zich, maar een instrument waarmee het algemeen belang wordt nagestreefd. De partij bepleit dan ook een gezondere visie op de overheidstaken. Daarbij horen: meer aandacht voor het essentiële (zoals veiligheid en justitie), het actief terugdringen van overtollige structuren en wetten, de strijd tegen corruptie en bureaucratie en het respect voor de scheiding der machten. Benoemingen en bevorderingen door de overheid kunnen enkel gebeuren op grond van bekwaamheid en ervaring.

4. Solidariteit

Een menswaardige gemeenschap bestaat niet uit geïsoleerde individuen. De vrije mens is immers verankerd in de wezenskenmerken van zijn volk en van zijn cultuur. Solidariteit is de wisselwerking tussen de mens en die kleinere en grotere gemeenschappen waartoe hij behoort.

De volksgemeenschap van burgers, die voldoende verbondenheid hebben met elkaar, op grond van culturele identiteit of op grond van een gemeenschappelijke geschiedenis en beschaving, is ter aanvulling van het gezin en de omgeving, een sterke grondslag voor solidariteit met zwakkeren in het algemeen, de gehandicapten en de zieken in het bijzonder.

In een gezonde gemeenschap worden de uitwassen van de prestatiemaatschappij beteugeld. De overheid speelt hier, met respect voor het subsidiariteitsbeginsel, een weldoordachte rol.

Elke generatie maakt volwaardig deel uit van de volksgemeenschap.

5. Het gezin

De eerste en belangrijkste kern van de samenleving is het traditionele gezin, waarvan de waarde maatschappelijk erkend en gewaarborgd wordt door het huwelijk tussen man en vrouw. De politiek zal dan ook een centrale maatschappelijke rol moeten toekennen en een bescherming moeten bieden aan gezinnen met kinderen, in plaats van te pogen de rol ervan over te nemen. Alleen van daaruit kunnen oplossingen gevonden worden voor het zorgwekkende verschijnsel van de denataliteit.